Lichaam in balans met de ‘Constructive Rest Position’

Het lichaam heeft zo haar eigen manieren om om te gaan met wat er dagelijks gebeurt en nodig is. Of dat nu een prettige, efficiënte manier is of een moeizame. Dat wil niet zeggen dat je daar geen invloed op kunt uitoefenen.

We hebben onze botten, spieren en bindweefsel om ons voort te bewegen en onze organen om onze lichaamsfuncties (ademhaling, spijsvertering, verwerking etc.) uit te voeren. Dit alles wordt aangestuurd door ons zenuwstelsel. Door het zenuwstelsel nieuwe informatie en impulsen te bieden zijn we in staat om te veranderen.

Spieren hebben een basis tonus. Ze zijn niet helemaal slap maar staan ook niet strak gespannen. Dat wil zeggen genoeg spierkracht gebruiken om iets uit te voeren maar niet meer dan nodig is.

Organen hebben ook een basis tonus. Veel organen zijn zelf spieren. Als een orgaan te slap is sleep je het mee als een kind dat in slaap valt op je arm. Het voelt steeds zwaarder aan. Dit kan invloed hebben op je houding en daarmee op je botten en spieren. Een orgaan moet ook niet te gespannen zijn. Dat maakt onbeweeglijk. Denk maar aan een knoop in je maag. Als je organen je van binnenuit ondersteunen hoeven je spieren minder hard te werken om je lichaam in balans en vorm te houden. Zowel spieren als organen hebben training/beweging nodig om gezond te blijven.

Lulu Sweigard, één van de pioniers van de ideokinese ontwikkelde een model om m.b.v ons voorstellingsvermogen ons lichaam en haar bewegingen in balans te brengen. Ideokinese wil zeggen dat het idee dat je hebt over je lichaam en haar functioneren van invloed is op hoe je beweegt en functioneert.
Haar model bestaat uit 9 actie lijnen of bewegingslijnen waarlangs het lichaam zich organiseert om zo neutraal mogelijk en in balans te zijn. Dat wil zeggen genoeg spierkracht gebruiken om iets uit te voeren maar niet meer dan nodig is. Terwijl de organen hun eigen unieke positie innemen en behouden.

Het begin en eindpunt van 8 van de 9 lijnen zijn botdelen. De 9e lijn is je centrale as. Spieren en bindweefsel bewegen deze punten naar elkaar toe of van elkaar af. De organen ondersteunen de bewegingen.

De 9 lijnen/bewegingslijnen zijn

  1. de achterzijde van de wervelkolom – atlas <-> stuitje
  2. schaambot middenvoor bekken <-> voorzijde 12e borstwervel
  3. kuiltje borstbeen <-> onderste deel achterhoofd
  4. borstkas
  5. rugzijde bekken
  6. voorzijde bekken
  7. het centrum van de knie <-> centrum heupgewricht
  8. de grote teen <-> de hiel
  9. centrale as

Bewegen langs deze lijnen balanceert de spieren rondom de gewrichten. Je kunt de lijn verkorten of verlengen afhankelijk van de spanning van de spieren en in de organen. Om een gewricht meer de ruimte te geven of om lichaamsdelen dichter bij de centrale as te brengen. Elke verandering in één lijn heeft invloed op het geheel.

Om de lijnen te leren kennen is het goed om ze eerst in de “Constructive rest position” (actieve rustpositie) te oefenen. Tijdens de “Constructive rest position” lig je op de grond in een actieve positie en gebruik je je voorstellingsvermogen. Je stelt je beweging voor zonder echt te bewegen. Deze beweging is precies, heeft richting en plaats. Als de lijnen helder zijn kun je ze ook in een zittende of staande houding of tijdens beweging oefenen.

Zo komt je lichaam steeds meer in balans.