Last van je schouders laten vallen

Dagelijks hebben we onze handen en armen nodig voor duizenden dingen. Eten, iets oppakken, achter de computer, je aankleden, fietsen etc. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door je schoudergordel. Je schoudergordel is zo georganiseerd dat je armen en handen vrij in de ruimte kunnen bewegen zonder dat je je evenwicht verliest of spanning in de nek creëert.

Een slechte houding, verkeerde bewegingspatronen of een gebrek aan coördinatie kunnen echter een optimaal gebruik van de schoudergordel flink in de weg zitten. Ook stress en emoties kunnen spelbrekers zijn. Toch is het mogelijk om terug te gaan naar de soepele, makkelijke schouders waar je mee geboren bent.

Door je bewust te worden van de patronen die je tot nu toe gebruikt hebt om iets te bereiken, creëer je mogelijkheden om te veranderen. Maar iets wat je jarenlang in je dagelijkse leven op een bepaalde manier gedaan hebt, heeft tijd nodig om te veranderen. Door nu ook in je dagelijkse leven kleine bewustwordingsmomenten in te passen zet je de gewenste verandering in gang. Daarvoor kijken we naar de botstructuur en mobiliteit van de schoudergordel.

De schoudergordel bestaat uit twee schouderbladen en twee sleutelbeenderen. De schoudergordel rust op de ribben en hangt aan spieren die met de nekwervels of schedelrand zijn verbonden. De bovenarm vormt een gewricht met het schouderblad, diep in je oksel. Het schouderblad is weer verbonden met het sleutelbeen en het sleutelbeen is verbonden met het borstbeen. Het schouderblad en het sleutelbeen werken als kleine hefbomen waardoor er minder kracht nodig is om de armen te bewegen. Zo wordt het werk over meerdere spieren verdeeld (aan elk schouderblad hechten 16 verschillende spieren). Elke keer als je je armen beweegt, bewegen het schouderblad en het sleutelbeen ook.

Om te oefenen:*

  • schoudergordel als een sjaal om je ribben laten rusten
  • softballen (of een paar opgerolde sokken) onder de oksels en armen laten hangen
  • sleutelbeen pakken en arm bewegen – check of sleutelbeen mee beweegt – sleutelbeen rolt naar achteren bij arm heffen
  • arm tillen en voelen dat schouderblad mee beweegt
  • je arm hoger als je schouder tillen en schouderblad als contragewicht gebruiken

Als de bewegingen van de armen, schouderbladen en sleutelbeenderen duidelijk zijn kun je ze gaan toepassen in de dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld:

  • als je iets uit de kast pakt waarbij je je arm hoger als je schouder moet tillen kun je je voorstellen dat je schouderblad als contragewicht werkt.
  • als je achter de computer zit kun je je armen over de softballen laten hangen en verder typen
  • op een stil moment
    • vinger op je sleutelbeen en merken dat het sleutelbeen meebeweegt bij armbewegingen
    • schoudergordel als een zachte sjaal op de ribben laten rusten

Door je te focussen op de beweging van de botten voorkom je spanning in de spieren. Zo creëer je mobiliteit en gemak in je schoudergordel.

*oefeningen uit: ‘Dynamic Alignment through Imagery’ van Eric Franklin